Mijnschildklierwijzer

Voor zorgprofessionals
  • Mijn Schildklierwijzer
    • Mijn Schildklierwijzer
    • Zelftest Kwaliteit van Leven
  • Mijn schildklier
    • Over de schildklier
    • Links
    • Blogs
  • Veelgestelde vragen
    • Welke factoren zijn van invloed op schildklier?
    • Trage schildklier en coronavirus?
  • Over deze site

Mijn schildklierwijzer

Leave a Comment

Last Updated: 19 januari 2023 by schildmin

Mijn schildkliermedicijn

Bekijk nu het on-demand webinar
Schildklierproblematiek in de Huisartsenpraktijk
met dr. Tummers - de Link van Wijngaarden

Dosering en gebruik
van uw geneesmiddel


Opname door maag
en darmkanaal


Tijdstip,
koffie en voeding


Leefstijl en
persoonlijke factoren

 

START MIJNSCHILDKLIERWIJZER

Copyright © 2025 Mijnschildklierwijzer · Privacyverklaring · Contact informatie

1 
2 
3 
4 
5 
6 
7 
8 
9 
10 
11 
  • (0=helemaal niet goed, 10=zeer goed)
  • Gebruikt u een schildkliermedicijn, maar voelt u zich (nog) niet goed, dan bent u niet de enige. Het komt vaker voor bij de behandeling van een traag werkende schildklier met het medicijn levothyroxine.
  • Wat kan ik doen?
  • Als u begint met een schildkliermedicijn, kan het even duren voordat uw waarden in de normale range zijn. Zijn uw hormonen niet binnen de normale range, dan kunt u in overleg met uw behandelaar onderzoeken waar dit aan ligt.
  • Wat kan er bij mij aan de hand zijn?
  • Ook als de waarden van uw schildklierhormonen normaal zijn, kunt u zich nog steeds niet goed voelen. De oorzaak is niet precies bekend. Mogelijk heeft u last van een andere aandoening waardoor u zich niet goed voelt. Ook kan het zo zijn dat uw individuele setpoint (nog) niet is bereikt. Samen met de arts streeft u naar het punt waarop uw bloedwaarden goed zijn én het effect van de behandeling voor u optimaal is.
  • Wat kan ik doen om mijn individuele setpoint te bereiken?
  • Om uw schildkliermedicijn goed zijn werk te laten doen, is het belangrijk dat u zich aan de instructie van uw behandelaar houdt en het niet vergeet in te nemen.
  • Hoe weet ik of ik mijn schildkliermedicijn goed inneem?
  • Voor een goede werking van uw medicijn is het belangrijk dat er voldoende tijd zit tussen uw ontbijt en de inname van uw schildkliermedicijn.
  • Waarom is dat?
  • Voor een goede werking van uw medicijn is het belangrijk dat er voldoende tijd zit tussen uw ontbijt en de inname van uw schildkliermedicijn.
  • Waarom is dat?
  • Sommige supplementen en dranken kunnen de opname van uw schildkliermedicijn verstoren. Denk daarbij aan multivitaminen, magnesium, calcium of ijzertabletten, maar ook aan koffie en soja producten.
  • Wat kan ik doen?
  • Sommige medicijnen die door een arts zijn voorgeschreven kunnen het effect van uw schildkliermedicijn verminderen of van invloed zijn op de dosering. Zoals de anticonceptiepil of maagzuurremmers.
  • Om welke medicijnen gaat het meestal?
  • Sommige mensen zijn overgevoelig voor bepaalde vul- of hulpstoffen. Deze kunnen zijn toegevoegd aan uw schildkliermedicijn.
  • Hoe kom ik daar achter?
  • Sommige aandoeningen en situaties kunnen de opname van het schildkliermedicijn door de maag of darm vertragen of verstoren, of van invloed zijn op uw behoefte aan schildklierhormoon.
  • Om welke aandoeningen gaat het?
  • Het is handig als uw behandelaar weet wat u zou willen verbeteren aan uw situatie. Dit wordt ook wel de persoonlijke hulpvraag genoemd. Deze kunt u het best zelf beantwoorden op uw profiel dat u hierna kunt downloaden en uitprinten.
    Om meer grip te krijgen op de behandeling kunnen de volgende vragen u helpen een goed gesprek te hebben met de behandelaar.


  • 1. Waar bent u op dit moment het meest mee geholpen?
    2. Wat zijn mijn mogelijkheden?
    3. Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden?
    4. Wat betekent dat in mijn situatie?


  • Hoe nu verder?
    U kunt de vragen en antwoorden downloaden en meenemen naar het volgende gesprek met uw behandelaar. In dit document vind u ook een samenvatting van de tips en adviezen uit mijnschildklierwijzer.nl
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

De opname van uw schildkliermedicijn in het maag/darmkanaal kan verstoord worden door gelijktijdig gebruik van multivitaminen, magnesium, calcium of ijzertabletten, maar ook door koffie en soja producten. Vertel daarom uw arts en apotheker wat u gebruikt. Neem uw medicijn minimaal een half uur voor het ontbijt in en voorkom gelijktijdige inname met bijvoorbeeld koffie, andere medicijnen of voedingssupplementen. Vraag om een duidelijke instructie van uw behandelaar. Als u klachten blijft houden, bespreek deze. Er kan iets met uw maag/darmkanaal aan de hand zijn, of u gebruikt andere medicijnen, die de opname lastig maken. Ook bestaat de mogelijkheid om uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. U kunt met uw behandelaar bespreken wat er aan de hand is en wat voor u de beste opties zijn om meer grip te krijgen op uw behandeling.

De volgende aandoeningen of situaties kunnen de opname van of behoefte aan schildklierhormoon beïnvloeden:

    1. Maag- of darmproblemen
    2. Een bacteriële infectie in de maag (Helicobacter Pylori infectie)
    3. Glutenintolerantie (coeliakie)
    4. Suikerziekte
    5. Maagverkleining ondergaan
    6. Leeftijd van 65 jaar of ouder
    7. Zwangerschap
    8. Toename gewicht (bijv. bij Gastric Bypass)
    9. Slechtwerkende nierfilters (nefrotisch syndroom)

Het is belangrijk uw andere aandoeningen, uw oudere leeftijd of een zwangerschap met uw behandelaar te bespreken. Als u klachten houdt, zal hij/zij onderzoeken waar dit verder nog aan zou kunnen liggen. Er kan iets anders aan de hand zijn, of u gebruikt andere medicatie, die de opname lastig maakt. Als u klachten blijft houden, is het belangrijk dit te bespreken met uw behandelaar en wat voor u mogelijke oplossingen zijn. In sommige gevallen kan het voor uw behandelaar een optie zijn om uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. Samen kunt u op zoek gaan naar meer grip op uw behandeling.

De opname van het medicijn in maag en darm kan langzamer zijn doordat er in uw medicijn vul- en hulpstoffen zitten, zoals lactose of maiszetmeel. Welke vul- en hulpstoffen er in uw medicijn zitten, vindt u in de bijsluiter. Deze stoffen moeten ook door uw maag en darm worden opgenomen. Als u klachten heeft, maak dan een afspraak met uw behandelaar. Hij/zij zal met u onderzoeken waar dit aan zou kunnen liggen. Mogelijk bent u overgevoelig voor de vul- en hulpstoffen. Ook kan er iets met uw maag/darmkanaal aan de hand zijn, of gebruikt u andere medicatie die de opname lastig maakt. In sommige gevallen kan het een optie zijn uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. U kunt dit met uw behandelaar bespreken. De Schildklier Organisatie Nederland houdt een overzicht bij van hulp- en vulstoffen per schildkliermedicijn.

Het effect van uw schildkliermedicijn kan worden beïnvloed door één of meer van de volgende medicijnen:

  • colestyramine of colestipol
  • (genees)middelen die aluminium, ijzer of calcium bevatten
  • sertraline of cholorquine/proguanil
  • een anti-conceptiepil (oestrogenen)
  • tyrosinekinaseremmers (bijv. imatinib, sunitinib, sorafenib, motesanib)
  • een geneesmiddel dat orlistat bevat (bijv. alli)
  • maagzuurremmers (H2-receptor antagonisten, protonpompremmers)

Vaak is er iets aan te doen, dus u kan dit het beste met uw behandelaar bespreken. Uw behandelaar kan adviseren uw schildkliermedicijn minimaal een half uur voor inname van uw andere medicijnen in te nemen. De anti-conceptiepil kan zorgen voor een grotere behoefte aan schildklierhormoon. Mogelijk heeft u een aandoening die de opname van uw schildkliermedicijn lastig maakt. Als u klachten blijft houden, is het belangrijk dit te bespreken met uw behandelaar en wat voor u mogelijke oplossingen zijn. In sommige gevallen kan het voor uw behandelaar een optie zijn om uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. Samen kunt u op zoek gaan naar meer grip op uw behandeling.

De opname van uw schildkliermedicijn in het maag/darmkanaal kan verstoord worden door gelijktijdig gebruik van voeding, koffie, of supplementen zoals calcium of ijzer. Meld bij uw arts en apotheek wat u gebruikt. Deze kan u dan adviseren om uw schildkliermedicijn bijvoorbeeld op een lege maag in te nemen, minimaal een half uur voor het ontbijt, koffie en supplementen. Als u klachten houdt, is het aan te raden deze te bespreken. Er kan iets met uw maag/darm kanaal aan de hand zijn. Gebruikt u andere medicatie, dan kan dat de opname van uw schildkliermedicijn vertragen. Ook bestaat de mogelijkheid om uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. U kunt met uw behandelaar bespreken wat er aan de hand is en wat voor u de beste opties zijn om meer grip te krijgen op uw behandeling.

De opname van uw schildkliermedicijn in het maag/darmkanaal kan verstoord worden door gelijktijdig gebruik van voeding, koffie, of supplementen zoals calcium of ijzer. Meld bij uw arts en apotheek wat u gebruikt. Deze kan u dan adviseren om uw schildkliermedicijn bijvoorbeeld op een lege maag in te nemen, minimaal een half uur voor het ontbijt, koffie en supplementen. Als u klachten houdt, is het aan te raden deze te bespreken. Er kan iets met uw maag/darm kanaal aan de hand zijn. Gebruikt u andere medicatie, dan kan dat de opname van uw schildkliermedicijn vertragen. Ook bestaat de mogelijkheid om uw dosering aan te passen, of een ander merk of toedieningsvorm te overwegen. U kunt met uw behandelaar bespreken wat er aan de hand is en wat voor u de beste opties zijn om meer grip te krijgen op uw behandeling.

Goed gebruik van uw medicijn houdt onder andere in dat u alle voorgeschreven tabletten/capsules iedere dag op een vast tijdstip inneemt. Regelmaat in dag- en slaapritme is ook belangrijk. Houd rekening met koffie en andere middelen die de opname van uw medicijn kunnen verstoren. Kies een moment op de dag dat prettig is, vraag een familielid u te herinneren, zet het in uw agenda of zet een alarm. Ook zijn er verschillende apps beschikbaar om u te helpen herinneren. Bespreek de inname van de medicatie met uw behandelaar als er vragen of klachten zijn, en wat de beste opties zijn om meer grip te krijgen op uw behandeling. Lees voor gebruik altijd de bijsluiter.

Wat is het individuele setpoint? Dit is uw eigen optimale waarde van twee hormonen, die door uw schildklier (T4) en uw hersenen (TSH) worden gemaakt. Het setpoint is soms pas na langere tijd behandelen vast te stellen. Uw medicijn werkt dan goed en u voelt zich beter. Neem contact op met uw behandelaar als u zich niet goed voelt. Er is vaak meer aan te doen dan u denkt. Door de behandeling aan te passen aan uw persoonlijke situatie komt u vaak dichter bij uw setpoint uit. Uw behandelaar kan overwegen de dosis aan te passen of bijvoorbeeld een ander merk of andere toedieningsvorm adviseren. Of kan u de weg wijzen naar meer gespecialiseerde hulp.

Hoe en wanneer u de medicijnen inneemt kan van invloed zijn. Het tegelijk innemen met ontbijt, koffie, of bepaalde middelen kan de opname van uw schildkliermedicijn verstoren. Het werkt vaak beter als u uw medicijn dagelijks op een vast moment inneemt. Als de klachten aanhouden, kunt u in overleg met uw behandelaar ook onderzoeken of een andere dosering kan helpen. Misschien kan een ander merk of een andere toedieningsvorm voor u nog een optie zijn. Ga ermee aan de slag om het uit te zoeken.

Bespreek uw situatie met uw behandelaar, en ga met hem/haar onderzoeken wat de oorzaak kan zijn. Het kan liggen aan hoe u het medicijn gebruikt, of het kan een lichamelijke of psychische oorzaak hebben. Ook kan het komen doordat u sinds kort een ander merk medicijn gebruikt. Het doel is om uw schildklierhormonen op een normaal niveau te krijgen, wat soms even kan duren, en dat u zich zo goed mogelijk voelt. Heeft u klachten, dan is het van belang aan de bel te trekken. Het is in veel gevallen mogelijk om uw situatie te verbeteren.

Als u uw behandeling went te verbeteren is het goed om deze 3 vragen te stellen en het overzicht van uw antwoorden op alle vragen bij de hand te hebben. Zo krijgt de arts en uzelf inzicht in uw persoonlijke situatie. Samen kunt u vervolgens onderzoeken en beslissen wat er nodig en mogelijk is om meer grip te krijgen en uiteindelijk uw persoonlijke doel te bereiken. De 3 vragen zijn:

  1. Wat zijn mijn mogelijkheden?
  2. Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden?
  3. Wat betekent dat in mijn situatie?

 Bent u na het gesprek nog op zoek naar andere mogelijkheden, dan kunt u contact opnemen met de Schildklier Organisatie Nederland voor tips of een specialist bij u in de buurt.